Dinsdag 11 oktober 2011

Met een kapotte achterruit, moeten we vandaag de hele weg met een tochtgat rijden. 300 km rijden we op gravelwegen en met elke kilometer dat we afleggen, wordt het laagje stof aan de binnenkant van de wagen dikker en dikker. Al het stof dat opwaait door onze banden wordt gewoon door de achterruit binnengezogen. Met een halve stoflong, Griet met haar zonnebril in haar gezicht gestoft en ik met opeens rost haar, komen we bij Manning Gorge aan voor onze overnachting, plezierig is anders. We weten echter met onze vreugde geen blijf als we horen dat er een grote natuurlijke poel is met water waar je in kan zwemmen. Aaaah, water, plons, zaaaaaalig.

Woensdag 12 oktober 2011

Vandaag kuisdag. De hele auto wordt langs de binnenkant onder handen genomen om al het stof van de vorige dag te verwijderen. Ik schroef voor de zoveelste keer het luik open van de achterruit om te zien of het nog altijd niet werkt, maar de ruit laat ons nog altijd in de steek. We willen niet nogmaals met onze autostofzuiger op baan gaan en vragen in het winkeltje of ze wat karton hebben dat we op maat kunnen knippen. Terwijl we aan het prutsen zijn met dat karton komen er 2 werkmannen eens horen wat het probleem is, het luik van de achterruit gaat nog ne keer open, maar ook zij vinden geen oplossing voor het probleem. Ze geven ons wel een rol met plasticfolie dat veel beter het stof tegenhoudt dan ons kartonnen gepruts. Met het karton en plastic op zijn plaats kunnen we dan verder rijden. Onderweg nemen we nog een verfrissende plons in Galvans Gorge om daarna aan het volgende roadhouse wat betere plakband te kopen die de plastic beter op zijn plaats kan houden. Winkel al om 4u dicht, lap, dan maar aan ne meneer, die daar rondloopt, vragen of we van hem plakband kunnen kopen. Zonder er iets voor te vragen krijgen we het mee. We moeten het zeggen, die Australiërs, da zijn vriendelijke en hulpvaardige mensen.
Bijna stofvrij komen we aan op de camping van Silent Cove waar we de nacht zullen doorbrengen om morgenvroeg naar Bell Gorge te gaan.

Donderdag 13 oktober 2011

Zoals elke dag hier al het geval is, staan we met het eerste licht van de dag (zo rond 5u30 à 6u) op om de wandeltocht naar Bell Gorge te doen. Weeral een kloof… Een Australiër maakt al lachend de vergelijking dat zoals in Europa op elke hoek een kerk staat, er in Australië wel een kloof te vinden is. We beklagen ons de wandeling helemaal niet aangezien het weer eens een spectaculaire kloof met waterval is, en, je raadt het al, hier ook genieten we van een frisse duik in het water. We zien een super grote hagedis op de oever zitten die wat later het water induikt om als een slang door het water te zwemmen. We staan er gelukkig niet altijd bij stil wat voor dieren (vissen, schildpadden, slangen, hagedissen,…) er allemaal in de wateren zwemmen, zodat we toch kunnen genieten van het water.

Uitgezwommen rijden we met de auto terug de ‘Gibb’ op om nog wat benzine te tanken aan het tankstation waar we gisteren waren voor de plakband. Op de weg dat we willen afleggen, is het volgende tankstation pas een goeie 400km verder. Zoveel benzine hebben we niet meer dus moeten we zeker nog wat bijtanken. Een bordje aan het tankstation zegt ons echter ‘DIESEL ONLY’, ja lap, wat moeten we nu doen. We doen dan maar een ‘kerekewere’ van 80km naar het tankstation waar we gisteren vertrokken zijn. Met de auto en jerrycans volgetankt beginnen we dan aan onze tocht richting Windjana National Park.

Vrijdag 14 oktober 2011

Vandaag beginnen we met een wandeling door de Windjana kloof. We hebben al de Katherine kloof, de Jasper kloof en nu de Windjana kloof gedaan op onze reis. De kans dat we echter een Geert kloof gaan tegenkomen om het gezin te vervolledigen is klein maar we geven nog niet op 😉 De Windjana kloof is onderdeel van een rif dat miljoenen jaren (Devonian period) onder water lag. In de verschillende rotsformaties zijn dan ook nog fossielen te vinden van dieren uit die tijd. Wij komen natuurlijk ook kijken naar de nog enige levende afstammelingen van die periode, de krokodillen. De Windjana kloof bevat namelijk een grote hoeveelheid aan ‘freshies’ (zoetwater krokodillen). Deze krokodillen, in tegenstelling tot de ‘salties’ (zoutwater krokodillen), zijn veel kleiner en ongevaarlijk voor de mens als je ze met rust laat. We zien er zeker 20 drijven in het water.

Na deze mooie kloof is het de tijd voor wat afkoeling 🙂 Dit zoeken we op in Tunnel Creek, waar een rivier zich een gang geboord heeft door een rotsformatie. Een tunnel van 750 meter is hiervan het resultaat. Met lampjes op ons hoofd banen we ons een weg door het koele water naar de uitgang van de tunnel om dan dezelfde weg terug te gaan. Tunnel Creek was ons aanbevolen door verschillende mensen en we hebben het ons zeker niet beklaagd. Dit is echt een must-see.

Dit was dan ook onze laatste stop van onze Gibb River Road Experience. Een week en 1000km op gravelroad door elkaar gebotst worden, was voor ons genoeg. De opluchting is dan ook groot als we eindelijk weer eens op asfalt kunnen rijden en zetten koers naar Broome, richting beschaafde wereld met internet connectie.

De komende dagen zullen we dan spenderen aan het repareren van het bagagerek en achterruit, terwijl we ook af en toe eens genieten van de prachtige stranden hier in Broome.