Zaterdag 8 Oktober 2011

Deel 2 van de dag verloopt voor de rest veel beter dan dat hij begonnen was, want even voorbij Wyndham nemen we de afslag voor ‘de Karunjie track’. Wat een prachtige 4×4 weg, oké het is een lastige weg met heel veel zand, rotsen en hobbels maar hij brengt ons voorbij landschappen om u tegen te zeggen. Eerst rijden we door een vallei parallel aan een rivier, waarna we hem dan oversteken om aan de overkant een bezoekje te brengen aan de Prison Boab Tree. Dit is een volledig uitgeholde boab boom waar je in kan kruipen en werd vroeger gebruikt om mensen in op te sluiten. Ik wil de boom natuurlijk wel eens aan de binnenkant zien, dus kruip erin. We laten de vallei achter ons om terecht te komen in een immens weids landschap met gras. Met elke bocht dat we nemen of elke heuvel we overgaan, verschijnt er wel iets nieuws. Uiteindelijk belanden we op een vlakte van alleen maar opgedroogde aarde zo ver je kan zien. Waarschijnlijk loopt deze vlakte volledig onder water in ‘the wet season’, maar momenteel is hij kurkdroog. Daarna komen we om de paar kilometer een hekken tegen dat de verschillende ‘cattle stations’ (weides met vee) van elkaar scheidt. Griet is telkens zo gewillig om deze hekkens voor mij te openen en opnieuw te sluiten, want we willen het niet op ons geweten hebben dat er koeien zouden overlopen naar een andere ‘boer’. Onderweg begeeft ons bagagerek het voor een deel van het constante gehobbel, maar na een snelle oplapklus kunnen we onze weg verderzetten.

Na deze prachtige 80km komen we dan uiteindelijk uit op de legendarische Gibb River Road. ‘The Gibb’ is een weg (voor het grootste deel een gravelweg) van 660km lang tussen Derby en Kununurra, die oorspronkelijk dienst deed om vee van en naar de verschillende weilanden te vervoeren. Nu staat ze echter gekend als één van dé grote outback wegen van Australië. Deze weg mocht dan ook niet ontbreken op ons toedoe-lijstje. Check…

Nu we nog maar juist opgedraaid zijn op ‘The Gibb’, daagt ze ons al direct uit met een eerste hindernis. We moeten namelijk de Pentecoast Rivier oversteken. We kijken even naar andere wagens die de oversteek maken en dan beginnen wij eraan. De rotsen maken het zeer hobbelig, maar afgezien van dat valt de oversteek zeer goed mee. Een vriendelijke Duitser aan de overkant van de rivier had ons blijkbaar al een tijd zitten volgen met zijn camera. Wanneer we dan de overkant bereiken, geeft hij ons onmiddellijk de foto’s. Zo kunnen we eens van een andere kant zien hoe we een rivier oversteken met de auto. Ziet er spectaculair uit 🙂

Het begint al avond te worden, dus gaan we maar snel naar de camping voor de nacht in Homestead Valley. We dachten dat we op deze weg allemaal campings gingen vinden die erbarmelijk in voorzieningen gingen zijn, maar wanneer we deze camping oprijden dan valt onze mond toch wel open. Een bar (met frisse pintjes), een heerlijk zwembad en zalige douches. Het publiek daarentegen is ni onze soorte, champagne bij het eten, alles betalen met de gouden kredietkaart,… Geef ons dan maar gewoon ons eigen gemaakte spaghetti met kraantjeswater er bij.

Zondag 9 oktober 2011

Vandaag is het rijden, rijden, rijden,… op ‘The Gibb’. Helaas moeten we om de 5 stappen stoppen om ons bagagerek weer vast te zetten omdat het altijd losgeschud wordt van de bobbels op de weg. De fix van het bagagerek gisteren heeft er nu voor gezorgd dat er ergens anders een probleem opgedoken is. Griet komt met het voorstel om het rek met spankoorden vast te binden aan de auto. Dat blijkt een schitterend idee te zijn want nu kunnen we weer rijden zonder telkens te moeten stoppen.

Ongeveer halverwege ‘The Gibb’ nemen we de afslag van de Kalumburu weg die naar het noorden gaat en ons naar het Mitchell National Park voert. Aan de afslag zien we een sportzak vol met kleren midden op de weg liggen. Griet zoekt of er geen adres of telefoonnummer in zit zodat we de mensen kunnen contacteren, helaas pindakaas (en met geen gsm-bereik zouden we met een telefoonnummer ook niet veel zijn). We leggen de zak opzij en zetten onze weg verder. Na een paar kilometer aan een rivieroversteek zien we een man prutsen aan een oude leren valies. Hij vertelt ons dat er juist een auto de oversteek gedaan heeft waar die valies van afgevallen was. Onze Frank (of Euro, of Dollar) valt direct en we leggen de link met de sportzak. We doen ‘kerekewere’ om hem op te halen en samen met de leren valies zetten we onze zoektocht in met volgende beschrijving: Grijze auto, ongeveer dezelfde als hetgeen wij hebben en hij trekt een boot voort. Deze beschrijving kan niet moeilijk zijn. We rijden, rijden, rijden en niks te zien. We vermoeden dat ze wel zullen stoppen aan het enige tankstation 50km verder op de Kalumburu weg, dus wij daar naartoe. Wanneer we aankomen op de parking zien we een grijze auto met boot! Ik vraag ‘You lost some luggage?’, hij kijkt naar zijn auto en onderdrukt een zware vloek, want hij had het precies nog niet opgemerkt. Zijn gezicht klaart echter helemaal op wanneer we de 2 verloren items teruggeven. Helaas kon er geen traktatie van af voor ons, maar met deze daad hebben we toch wel zelf weer eens een aflaat gekocht, he. Dan betalen we onzelf maar een frisse cola en zetten we onze weg op de gravelweg verder (100km) richting Mitchell National Park.
Aan de eerste kampeerplek dat we tegenkomen, slaan we onze tent op en gaan vlug slapen.

Maandag 10 oktober 2011

Vandaag vroeg uit de veren want we moeten nog eens 70km rijden naar de hoofdattractie van het nationaal park, The Mitchell Falls. Eigenlijk zijn we toch wel zotten, he, we rijden 200 km op een stoffige weg om een paar watervallen te zien, om die weg dan opnieuw terug te moeten rijden. Nu ja, we mogen nog niet aan de terugweg denken, dus bezoeken we het park eerst. Mensen met veel geld kunnen hier opteren om een helicoptervlucht te doen naar de watervallen, maar wij kiezen voor de sportievere optie. Met 4,5 liter water, onze goeie stapschoenen en de kodak vertrekken we voor de wandeling van 4 km enkele weg richting Mitchell Falls. De gloeiend hete temperaturen (zeker meer dan 40 graden) zorgen er voor dat we even twijfelen om terug naar de auto te keren, maar de gedachte dat we aan de watervallen een verfrissende duik kunnen nemen, geeft ons de moed om verder te zetten. De wandeling brengt ons voorbij de kleine en grote Mertens watervallen, met een indrukwekkende kloof, tot we uiteindelijk aankomen bij de Mitchell watervallen. Het bekende zicht van op de folder krijgen we hier echter niet te zien, omdat we bovenop de watervallen toekomen, voor dat zicht moet je maar de helicoptervlucht doen. We verspillen geen enkele minuut en springen onmiddellijk in het water voor wat afkoeling. Helemaal opgefrist kunnen we dan beginnen aan de terugweg van opnieuw 4 km. Het wordt een helse wandeltocht. Om de 5 stappen moeten we een drinkpauze inlassen, waardoor we al snel door onze voorraad water heen zitten en we zweten ons ook kapot. Wanneer we de laatste druppel water opdrinken, zijn we juist terug op de parking, geen minuut te vroeg. We nemen het voornemen om nooit meer na 11 u een zware wandeling te doen met deze hitte. Bij ons vertrek uit Zaventem kregen we als cadeau een thermometer mee die nu in onze auto hangt. We lezen de temperatuur af en zien dat hij aan zijn maximum van 50 graden zit, we raden dan maar wat de werkelijke temperatuur binnenin de auto is, héél warm.

We bekomen van de wandeling op de camping zodat we dan met de ‘koelte’ van de avond een volgend probleem aan de auto kunnen inspecteren. Onze achterruit wil namelijk niet meer naar boven schuiven. Dit is de tol die we moeten betalen voor een elektrische ruit die op gravelwegen vol met stof komt te zitten :-(.