Woensdag 30 november 2011

In de nacht is de wind gedraaid van richting en brengt ons deze keer zuiderlijke koude wind en een draaglijke temperatuur van 32 graden. De plannen om nog een extra relaxdag in te lassen worden opgeborgen aangezien het ideaal weer is om dingen te doen, het voordeel van dag tot dag te leven. Vandaag op het programma staan de Macdonnell Ranges. Deze bergketen is 400 kilometer lang en met Alice Springs in het midden spreken we van de East en West Macdonnell Ranges. Ze rijzen op uit de woestijn en werden 300 à 400 miljoen jaar geleden gevormd. Ze moeten ooit tot 3000 meter hoog geweest zijn, maar door erosie en klimaatveranderingen zijn ze echter nu niet hoger dan een paar honderd meter.

Het traditionele Arrernte volk is spiritueel verbonden met deze keten via zijn droomverhalen. Ze geloven dat een grote geest in de vorm van een duizendpoot zijn weg door het landschap gebaand heeft en op die manier de Macdonnell Ranges gevormd heeft. In het oosten vinden we Emily Gap en Jessie Gap, waar we rotsschilderingen kunnen bewonderen die het verhaal van deze duizendpoot weergeven. We moeten echter hier rap vertrekken, want Griet staat wat te dicht bij een groep toeristen die uitleg van een gids krijgen. Een ‘gefrustreerde’ deelneemster, die waarschijnlijk veel te veel moeten betalen heeft, wijst haar er op dat het een privétoer is en ze niet mag meeluisteren. Ocharme Griet, ze was mij gewoon aan het opwachten in de schaduw van een boom.

Trephina Gorge is onze volgende stop voor een wandeling op en door de kloof. Tja, het is alweer de zoveelste kloof op onze reis, dus proberen we de wandeling wat leuker te maken. Het gevolg is dat daarna de kloof weergalmd van ons gezang: East Macdonnel had a gorge, ie a ie a o, and in that gorge he had no water, ieja-ieja-o, (and no water here, and no water there,…). We vragen ons eigenlijk echt wel af of we na deze reis er niks aan over gaan houden, want we worden hier onnozeler met de dag. Op zich wel een mooie kloof met de droge rivierbedding en de rode rotsen, maar zo hebben we er wel al meer gezien.

We gaan dan maar snel richting Arltunga Historical Reserve. Dit stadje was de eerste nederzetting in Centraal Australië omwille van de ontdekking van goud in de grond. Via een wandeling kunnen we door de gerestaureerde ruïnes van het dorpje stappen om zo een idee te krijgen hoe hard het leven hier toen moet zijn geweest. We mogen zelfs afdalen in een aantal mijnen waarvan de Great Western Mine de grootste is. Hier werd eind 19de eeuw gedurende 11 jaar goud opgegraven en maakte zo de mijn de 2de productiefste van de streek. Uit 2000 ton rots hebben ze de volle 18,6 kg goud kunnen halen, amaai wat een zwaar werk moet dat geweest zijn, met zo weinig opbrengst.

Bij het wegrijden van ons bezoek aan de mijnen worden we nog even opgeschrikt, want opeens springt 5 meter voor de auto uit de bosjes een wallabi. Wanneer we wat bekomen zijn, realiseren we dat zijn voeten bruin-zwart waren en het dus een Black-footed Rock Wallabi was. Een bijna uitgestorven soort in Australië, maar vrij veel voorkomend in de streek van de Macdonnell Ranges, hebben wij (en hij ook) even geluk.

Trephina Gorge wordt onze plek voor de nacht en daar maken we de balans op van de dag: Geen topdag qua natuurschoon, maar we hebben ons wel goed geamuseerd.

Donderdag 1 december 2011

Om naar de West Macdonnell Ranges te gaan, dien je nog even door Alice Springs te passeren. Aangezien we op onze relaxdag niet te veel gedaan hadden in het stadje, maken we nu van de gelegenheid gebruik om wat dingen te bezoeken. We rijden eerst naar Anzac Hill, een heuvel aan de rand van de stad, om een uitzicht te krijgen over Alice Springs en de Macdonnell Ranges. Daarna brengen we een bezoek aan het visitor center van de Royal Flying Doctors Service. Aan de hand van het museum en een film krijgen we een beter zicht over het werk van de vliegende dokters. Zo leren we waar er overal in de afgelegen gebieden van Australië landingsbanen zijn en dat ze overal binnen anderhalf uur ter plaatse kunnen zijn. Sommige landingsbanen hebben geen permanente verlichting en wanneer nodig trommelen ze heel het dorp op om met hun 4×4-koplampen naast de landingsstrip verlichting te voorzien. Hier en daar bieden olielampen ook soelaas.

Wanneer je in “the outback” ziek bent en er is geen dokter ter plaatse, kan je ook op de vliegende dokters rekenen. Als het geen noodgeval is, dan doen ze hun consultaties en diagnoses gewoon door middel van een telefoongesprek. Een diagnose van het probleem gebeurt zeer eenvoudig: aan de hand van een lichaamskaart kan een patiënt aangeven in welke zone hij pijn heeft. Door middel van verdere vragen kan de dokter aan de andere kant van de lijn de oorzaak van de pijn achterhalen en de gepaste medicijnen voorschrijven. Overal in Australië liggen er medische kisten waar een patiënt zijn voorgeschreven medicijnen uit kan halen, zonder er kilometers voor te moeten rijden. Rond de streek van Alice Springs kunnen ze 30.000 mensen bereiken, waarvan 90% aboriginals zijn.

Na nog wat inkopen zetten we onze weg richting West Macdonnell Ranges verder. Het is al wat later op de dag, dus kunnen we nog maar 1 bezienswaardigheid doen en dit wordt de Simpsons Gap. De familie van 20 black-footed rockwallabi’s laat zich helaas niet zien, hoe stil we ook wandelen. Het is geen lange wandeling naar de kloof, maar onderweg genieten we wel van het uitzicht op de rode rotsen.

Op de restarea met prachtig zicht op de Macdonnell Ranges genieten we van een mooie zonsondergang over de bergketen. We hadden hem bijna gemist aangezien we al in de auto zaten.

Vrijdag 2 december 2011

Onze eerste stop vandaag is Ellery Creek Bighole, een leuke zwempoel waar de lokale bevolking van Alice Springs al wat graag eens een weekendje komt doorbrengen. Wij vinden het wel een mooi plaatje, maar het water is toch een beetje te koud om hier te zwemmen.

De volgende afslag die we nemen brengt ons naar Serpentine gorge, jawel, terug een gorge. We zijn toch nieuwsgierig of deze ons nog kan betoveren en doen de wandeling naar de lookout. Na een korte steile wandeling naar boven, worden we getrakteerd op een mooi zicht op de kloof en de bergachtige omgeving. Dat het de laatste weken bijna niet meer geregend heeft is eraan te zien. Normaal moet hier vrij veel water zijn, maar nu is het maar een droge bedoening met een paar kleine poeltjes. We hebben hier in Australië al veel kloven gezien en toch vonden we dit weer de moeite. Het is hier eigenlijk ongelooflijk dat elke kloof toch wel opnieuw een nieuw, ander zicht brengt. Gelukkig maar, want het aantal kloven die hier in Australië aanwezig zijn, zijn niet op 2 handen te tellen.

De volgende stop zijn de ‘ochre pits’. Hier zien we aardlagen van verschillende kleuren die de Aboriginals gebruiken om hun lichaam te verven bij hun verschillende ceremonies.

We zetten de weg verder naar Ormiston Gorge, (met de nadruk op Gorge!), waar we onze picnic verorberen. We zien hier en daar mensen in hun zwemkledij passeren, dus dit wil zeggen dat we hier terug een zwempoel zullen vinden. Ondertussen zijn de temperaturen alweer een beetje verhoogd, dus wie zijn wij om deze afkoelingskans aan onze neus voorbij te laten gaan. Hup, zwemgerief aan en zo nemen we een verfrissende plons in de alweer prachtige omgeving van de kloof. De Ormiston kloof wordt goedgekeurd en springt onmiddellijk op ons lijstje van de klooffavorieten.

We passeren nog even aan het Glen Helen Resort om een permit op te halen voor de Mereenie Loop die we morgen gaan afleggen. We betalen 3 Australische dollar en rijden verder richting Gosses Bluff, waar ik naar uitkijk. Dit is een meteorietkrater die 140 miljoen jaar geleden gevormd werd. De komeetinslag moet 1 miljoen keer krachtiger geweest zijn dan de bom op Hiroshima, waardoor er enkele jaren een laag stof in de atmosfeer geduwd werd en dit wereldwijd klimaatveranderingen met zich mee bracht. De oorspronkelijke grootte was een gat van 20km breedte, maar door erosie en dergelijke schiet er nu nog een krater van 5km diameter over. Een paar kilometer voor de afslag, krijgen we nog een algemeen zicht op de krater via de ‘Tylers Pass’ lookout.

Voordat we de krater van dichtbij kunnen bewonderen, moeten we eerst nog een 8tal kilometer, 4X4-weg door om er te geraken. We worden echter wel beloond voor de moeite, want het zicht vanop de lookout is prachtig. De zon schittert op de rode rotsen en maakt het een adembenemend spektakel.
Deze site is eigendom van de Aboriginals en zij hebben hun eigen ‘droomverhaal’ aan het ontstaan van deze krater gegeven. Zij geloven dat de melkweg dansende vrouwen waren. Tijdens een van de vele dansen had een vrouw haar kindje in een wiegje gelegd, maar dit wiegje viel over de rand van de melkweg en storte neer op deze plek. Zij beschouwen deze site als heilige grond en nu en dan vinden hier zelfs nog ceremonies plaats.