Maandag 28 november 2011

De weg van Uluru naar Alice Springs, doorheen The Red Centre, is een goeie 440 kilometer dus het is weer eens tijd om lang te rijden. Dergelijke ritten zijn altijd handig om zo de computer en GSM altijd tot hun maximum te kunnen opladen via de autobatterij en ondertussen wat blogberichten en foto’s klaar te maken. Onderweg komen we Mount Connor tegen, een grote platte berg die soms verkeerdelijk aanzien wordt voor Uluru. Voor de rest is het landschap maar eentonig met rondom ons struiken en veel spinifex. Eens we dichter bij Alice Springs komen, zien we het wat bergachtiger worden, dit zijn duidelijk de Macdonnell Ranges, maar deze staan pas binnen een aantal dagen op ons programma. We hebben namelijk besloten dat we eens even een relaxdag moeten inlassen, dus rijden we naar een camping met zwembad. Het zwembad is welgekomen en daar maken we direct gebruik van. Met 36 graden en een hete wind is de afkoeling zalig. De dame aan de receptie wist ons ook nog te vertellen dat het morgen met 40 graden nog warmer zal worden. We hebben onze relaxdag wel goed gekozen, want met dergelijke temperaturen kan je toch niet veel doen. En de zomer moet hier nog beginnen!

We begrijpen trouwens niet waarom de lokale bevolking met zo een temperaturen graag in Alice Springs wil blijven wonen. De brochure over Alice Springs geeft een aantal redenen waarom: omdat de zon hier gewoon elke dag van het jaar schijnt, de zuivere lucht, rustige sfeer, de rode gloed over de Macdonnell ranges bij zonsopgang en ondergang en het feit dat Alice Springs het dichtste bij alle stranden van Australië ligt 🙂

Dinsdag 29 november 2011

De dag begint inderdaad warm, zeer warm, de wind zorgt allerminst voor wat afkoeling en maakt het nog warmer. Het is eigenlijk grappig dat de Noorderwind hier warme lucht brengt en de Zuiderwind koude. Hier dus geen Noorderwind die dwars door merg en been gaat (Griet begint hier een liedje van Will Tura te zingen), maar een warme Noorderwind. Deze dag moeten we dus niet te veel doen, het enige wat gebeurt is allebei een kapbeurt ondergaan en eten gaan kopen. Ik laat mijn haar doen bij Kapsalon Griet, een sympathiek meisje van Roborst die hier een reis aan het maken is, komt da tegen. Afgezien dat ze niks laat staan van mijn bakkebaarden, levert ze goed werk af en kortwiekt ze mijn haar. Nu heb ik opnieuw een functioneel kapsel met weinig onderhoud. Griet daarentegen vertrouwt het zaakje bij kapsalon David niet en beslist dan maar haar haar onder handen te laten nemen door een professional.

We springen nog even het visitor center binnen voor wat informatie en een permit. Aangezien we met de Mereenie loop track weer door Aboriginal land, richting Kings Canyon, zullen rijden, hebben we zo een permit nodig. Helaas is deze maar 1 dag geldig en aangezien wij hier van dag tot dag leven, weten nu nog niet wanneer wij daar exact gaan doorrijden. Gelukkig voor ons kan je de permit ook verkrijgen aan de start van de weg, probleem opgelost.

Genoeg gedaan voor vandaag, want onze schoenen blijven plakken aan het asfalt. Het zwembad is opnieuw welgekomen.
Van ons nietsdoen hebben we helaas geen foto’s, sorry 😉