Zaterdag 22 oktober 2011

Vandaag is er niets spectaculair gebeurd. Enkel maar gereden naar het Karijini National Park. Wanneer we daar aankomen passeren we eerst nog even langs het Visitor centre, een mooi architecturaal gebouw opgetrokken uit ijzer (niet te verwonderen met al het ijzer dat hier te vinden is…). We halen onze wandelkaarten op en plannen de komende dagen in. We moeten onze wandelingen zorgzaam uitkiezen aan de hand van onze capaciteiten, want er zijn hier al heel veel ongelukken gebeurd door slipperige rotsen, plotselinge vloedgolven en mensen die op de losliggende stenen zijn uitgeschoven. De wandelingen worden aangeduid met categorieën van 1 tot 6. Voor Categorie 6 heb je een toestemming nodig, want dit is enkel te doen met een professionele organisatie waarbij je dan aan rappel doet. Wij kiezen voor de wandelingen tot categorie 5 met als achterliggende gedachte dat we wel terug kunnen keren indien het te gevaarlijk wordt.

Zondag 23 oktober 2011

We zetten de wekker om 6uur om vroeg aan onze wandeling te kunnen beginnen. We zijn ondertussen wel al geleerd dat we heel vroeg in de ochtend moeten starten voordat de hitte ons te pakken heeft en we niet meer vooruit kunnen. We doen dus snel onze stapperkes aan en beginnen aan de Dales Gorge. Eerst stappen we langs de rand van de kloof om dan via een steile afdaling naar de Fortescue watervallen (David kan die naam niet onthouden en zegt altijd promiscue watervallen, tja…) te gaan. Hier kunnen we een zwemmeke doen alvorens verder te stappen naar de ‘Fern Pool’. Daar kijken we even naar de poel met waterval en keren niet zo geïmpressioneerd terug op onze stappen. We hebben ondertussen wel al mooiere poels gezien waardoor we helaas al niet meer snel onder de indruk geraken. Wat zijn we toch verwende beesten.

Het tweede deel van de weg gaat door de Dales kloof zelf. De rode en grijze kleuren van de rotsen komen mooi tot hun recht wanneer de zon er even op schijnt om dan achter een wolkje te duiken. Zo krijgen we een mooi lichtspel te zien van kleuren. De weg eindigt aan ‘circular pool’, een ronde zwempoel waar we terug kunnen afkoelen om onze weg terug te wandelen.

Volgende stop: Kalamina kloof. Deze kloof begint terug met een steile afdaling, ja, het is immers een kloof waar je door moet, en de eerste stop is al weer direkt een zwempoel 🙂 Kalamina blijkt een juweeltje te zijn. We flaneren hier op ons gemak langs het riviertje en genieten dubbel en dik van het zicht dat we voorgeschoteld krijgen. Deze wandeling eindigt in de ‘Rock Arch Pool’, waar we het besluit nemen dat deze kloof toch wel het mooiste van de dag was. En zeggen dat we eerst niet van plan waren om deze kloof te doen.

Het begint ondertussen al laat in de namiddag te worden zodat we naar een nieuwe campingplaats moeten uitkijken. We doen eerst nog een aantal uitkijkpunten aan op de Knox kloof en Joffre watervallen om dan richting ‘Ecoretreat’ te rijden. Deze campingplaats staat in de regio hoog aangeschreven omwille van het ecologisch en kwalitatief aspect.

We genieten nog van een hamburger in het restaurant voordat we moe maar voldaan in ons nestje kruipen.

Maandag 24 oktober 2011

half 6, biep biep biep, daar gaat de wekker alweer. Vandaag op het menu: opnieuw wandelingen door kloven. Het wordt echter een dag om ‘u’ tegen te zeggen.

De eerste wandeling daalt af tot in de ‘Hancock Gorge’. De afdaling begint rustig en brengt ons naar een ladder die steil naar beneden gaat om zo op de bodem van de kloof te komen. Het vervolg van de wandeling is er eentje van categorie 5, hier moeten we over rotsen klimmen, door een riviertje waden en glibberige rotsen trotseren. Onderweg komen we een, in de kloof natuurlijk uitgehold, amfitheater tegen. De akoestiek hebben we uitgeprobeerd, maar liet toch te wensen over. Toen we dachten dat we hier niet veel verder meer konden, zien we een smalle kloof. Dit wordt de ‘spider walk’ genoemd en zo hebben we dat dan ook gedaan. Met 1 been tegen 1 wand en het andere been tegen de andere wand lopen we tegen de rotswand, terwijl een watervalletje onder ons door gaat. Het brengt ons tot bij Kermit’s pool. Waarom die zo genoemd is, dat kunnen we eigenlijk niet zeggen, dat zal wel iets met kikkers te maken hebben, maar die hebben we er niet gezien. We vinden het jammer dat we moeten terugkeren, want deze plek is echt zo mooi dat we op ons gemak genieten van elk moment we hier hebben. Op de brochure staat dat voor deze wandeling anderhalf uur gerekend moet worden. 3 uur en massa’s foto’s later komen we terug aan het beginpunt van de wandeling. Deze kloof springt dan ook onmiddellijk naar de eerste plaats van mooiste kloven die we al gezien hebben.

We zijn hier nog niet weg, want er wacht ons nog een ‘de max’ van een wandeling. Deze keer dalen we de Weano kloof in, waar ons opnieuw een categorie 5 wandeling wacht. We beslissen om de rugzakken achter te laten, want deze keer moeten we door hele diepe riviertjes (tot aan borsthoogte) gaan. David steekt onze camera in een waterdichte zak en moet hem boven zijn hoofd dragen terwijl we door de rivier gaan. Alsof de glibberige stenen onderweg nog niet genoeg waren, moeten we via een armleuning steile rotsen naar beneden om aan de handrail Pool (hun namen kiezen ze hier wel origineel) te geraken. We gaan nog even verder tot we de waarschuwing tegenkomen dat de wandeling over gaat naar een categorie 6 en we dus op onze passen terug moeten keren. Ik heb het al een paar keer gezegd tegen David en blijf het toch herhalen. ‘We moeten hier vantijd toch toeren uithalen om iets te zien te krijgen’, we krijgen al dit moois niet zomaar kado, maar het is de moeite dubbel en dik waard.

We sluiten onze dag af op de middag (want de hitte slaat weer toe) met nog 2 uitzichtpunten (Oxer en Junction Pool). Hier krijgen we een mooi zicht over de verschillende kloven die samenkomen. Helaas staat hier ook een kruis van een reddingswerker die omgekomen is tijdens een reddingactie in 1 van de kloven. Dit symboliseert dan ook dat het niet evident is om zomaar zonder nadenken aan de wandelingen te beginnen. Overal kan je dan ook waarschuwingsborden terugvinden dat je niet te dicht tegen de rand mag komen, dat je de kloof onmiddellijk moet verlaten als het er regenachtig uitziet, en waar je absoluut niet verder mag.

We besluiten na deze dag dat we Karijini National Park op onze top 3 lijst kunnen zetten van hetgeen we tot nu toe al gezien hebben. Een dag van superlatieven!

Dinsdag 25 oktober 2011

Deze keer beslissen we om uit te slapen en om kwart voor 8 zijn we weer op de baan. Vandaag beginnen we aan onze weg richting Exmouth, zo een 600 km verder op onze route. Vol goeie moed vertrekken we en alsof de wet van murphy bij ons toeslaat, staan we een paar kilometers verder met een krik in onze handen om een platte band te vermaken. Na dit kleine akkefietje rijden we snel verder om toch nog een stop te maken aan Mount Bruce, de tweede hoogste berg van West-Australië. David wil graag eens kijken naar de Marandoo mijn, een ijzermijn dat het Karijini Nationaal Park in tweeën scheidt. Hier zien we juist één van de langste treinen ter wereld de mijn binnen rijden. Deze treinen zijn 2 km lang! en kunnen zo in 1 keer tot 20 000 ton ijzererts transporteren. Elke dag rijden zo 7 treinen over en weer om het ijzer op te halen en naar de haven (voor export naar Europa en Azië) te brengen.

We stoppen op de middag in Tom Price, een stadje genoemd naar Thomas Price, een man die met zwaar lobby werk erin geslaagd is om de mijnen hier te beginnen exploiteren. Beetje een dom stadje, maar hier kunnen we inkopen doen, onverwacht gratis internet gebruiken :-), genieten van een koffietje en onze band laten repareren alvorens we aan onze lange weg beginnen.