Hierbij het laatste blog-bericht van onze zeer mooie en toffe reis doorheen Thailand.

Zaterdag 16 maart 2019

Met onze laatste nacht op Koh Samui is het opnieuw tijd om terug naar het vaste land te gaan. We vertrekken op tijd naar de ferry en kunnen zelfs nog even een lokaal overdekt marktje verkennen op zoek naar wat fruit. Bij het passeren van de vis-kraampjes knijpen Tuur en Saar hun neus direct dicht, tot groot plezier van de verkopers van de vis. Na wat banaantjes en mandarijntjes gekocht te hebben is het stilaan tijd om bij de ferry te gaan aanschuiven. Hier opnieuw het zeer “efficient” check-in systeem zoals op de heentocht. We krijgen eerst een gelamineerde kaart samen met onze tickets. Met deze zaken moeten we dan naar een volgende kotje waar we dan ons ticket en de gelamineerde kaart moeten inwisselen voor een andere gelamineerde kaart. Eenmaal we dan aan boord mogen, moeten we de laatste gelamineerde kaart afgeven en zijn we eindelijk “gecleared” om op de boot te mogen. Ofwel zijn ze hier super beveiligd ofwel is dit een vorm van jobcreatie. Eenmaal we op het vaste land zijn, zetten we onmiddellijk koers richting Khanom naar ons hotel voor de komende 3 nachten, Petit Saint-Tropez. Een Frans koppel baat hier een klein hotel uit met prachtig zicht op zee en heerlijk eten in het restaurant. De kinderen die het wat lastig hadden vandaag springen onmiddellijk in het zwembad voor wat afkoeling en ‘s avonds genieten we van de zelfgemaakte pizza’s in het restaurant.

Zondag 17 maart 2019

Vandaag bepalen de kinderen de invulling van de dag en kiezen voor zwembad en zee. De enige voorwaarde van ons was wel dat we nog zonnecrème nodig hadden en we ook eens willen informeren naar een activiteit voor morgen. Nadat we de nodige zaken geregeld hebben, kunnen we dan terugkeren naar het hotel. Het enige probleem is dat de kinderen onmiddellijk als een blok in slaap vallen, waardoor we besluiten om ongehoorzame ouders te zijn. We zijn echt stout en rijden à l’improviste anderhalf uur naar het zuiden tot aan de stad Nakhon Si Thammarat. Het was blijkbaar nodig want de beide kinderen slapen de volledige rit en komen dus goed uitgerust uit de auto voor een bezoek aan het schaduwpoppen museum. De kinderen zijn enorm geïnteresseerd in hoe ze dit schaduwspel doen. De vrouw maakt haar man wakker en speciaal voor ons alleen voeren ze een volledig spektakel op. Niettegenstaande dat het volledige poppenspel in het Thais opgevoerd wordt blijven we gefascineerd kijken naar de bewegende popjes. Daarna krijgen we zelfs ook nog een uitleg hoe ze de poppen van koe-leder maken en inkleuren. Zeer interessant.

Voordat we opnieuw richting hotel vertrekken, doen we nog een klein ritje naar de grote Boeddhistische tempel. Deze prachtige Wat Phra Mahathat Woramahawihan kunnen we toch niet links laten liggen en is echt impressionant met zijn grote witte stupa. We maken wel onze bedenkingen dat het boeddhisme precies wel geld heeft, want overal waar je kijkt zie je beelden met bladgoud. We staan er ook van versteld hoeveel donatie-boxen er doorheen het complex staan. Je kan zelfs oranje lappen stof kopen om te doneren aan de monniken.

Met 2 superflinke kindjes op de achterbank stoppen we op de terugweg aan 1 van de vele 7-eleven winkels en trakteren onszelf op een lekker ijsje. We rijden snel terug naar ons hotel, want we hebben nog een belofte na te komen dus springen we met z’n vieren onmiddellijk in het zwembad.

Maandag 18 maart 2019

Op het programma deze voormiddag: het spotten van de zeldzame roze dolfijn waarvoor deze streek gekend is. Een soort van albino-dolfijn waarbij eerst de buik roze wordt en naarmate ze ouder worden de rest van hun lichaam naar een roze tint verkleurt. We lieten ons vertellen dat ze ’s morgensvroeg het beste te spotten zijn, aangezien het dan nog wat koeler is. We rijden dus redelijk vroeg naar het dorpje vlak aan het Laem Prathap strand. Maar, voor we goed en wel uitgestapt zijn beginnen de locals al te roepen en tekens te doen. We begrijpen het niet allemaal maar het teken om reddingsvesten aan te doen begrijpen we wel. In een kot vol vesten moeten we er 1 uitkiezen om dan naar een boot te gaan. We proberen nog te vragen hoeveel dat ritje ons hier gaat kosten, dus ik doe met mijn vingers het internationale gebaar voor betalen – of dat denk ik toch – en onmiddellijk krijg ik een aansteker aangeboden. Ik probeer nog Baht te zeggen, maar dat wordt ook niet begrepen. Ik zou haast beginnen denken dat het aan mij ligt. Gelukkig is er een andere persoon die mijn vraag wel begrijpt en “money?” vraagt en ons bevestigt dat we voor 1000Baht mee kunnen met de longtail boot. We stappen snel in en weg zijn we voor onze zoektocht.

Al snel blijkt dat we niet echt een goede keuze gemaakt hebben van boot. We trekken blijkbaar de slechte boten aan, want we varen opvallend trager dan enkele andere bootjes die op hetzelfde moment vertrekken. Daarbovenop komt ook nog eens dat de driver om de zoveel tijd moet stoppen om water in de oververhitte motor te gooien. Ondertussen kunnen wij wel uitgebreid genieten van het mooie landschap en de bijzondere rotsstructuren die ze hier de “pancake rocks” noemen. Dit is 1 van de 2 plaatsen ter wereld waar je dit type van rotsen kan bekijken, met de andere plaats in Nieuw-Zeeland. Toeval of niet, maar dit hebben we precies ook gezien toen we in Nieuw-Zeeland waren. Een beetje trager dan de rest komen we aan in de baai waar we de andere boten zien dobberen. We komen dichterbij en zien dan enkele dolfijntjes uit het water komen om dan onmiddellijk weer te verdwijnen. Het is moeilijk om ze te volgen want elke keer komen ze ergens anders weer boven. De plaats waar deze beestjes zwemmen is ook niet ideaal, want op de achtergrond zien we de vuile stinkende boten van Radja Ferries die naar Koh Samui varen. Je zou je afvragen of deze dolfijnen toch liever ver weg van deze boten blijven, maar zij trekken er zich blijkbaar niks van aan. Als 1 van de laatste bootjes om terug te varen, kunnen we nog even alleen genieten van de dolfijnen, maar dan is het weer tijd om naar het haventje terug te varen. In de verte komt er immers een onweerswolk onze richting uit. De bliksemschichten en donders komen dichter en dichter tot we middenin een immense stortbui zitten. We kruipen allemaal dicht bij elkaar om zo weinig mogelijk water op ons te krijgen en tuffen zo lekker langzaam door de regen. Terwijl de vrouw van de driver water uit de boot schept, steekt de driver zelf nog wat bladeren (coca of thee-bladeren??) achter zijn tanden. Hij is content want met de emmers water die uit de lucht vallen hoeft hij zich nu geen zorgen meer te maken over zijn oververhitte motor. Zeiknat komen we terug aan op de parking en drogen ons zo goed als mogelijk af. Veel zin om nog iets anders te doen hebben we nu niet echt dus keren we terug naar ons hotel.

In de namiddag klaart alles weer op, dus gaan we weer op pad. De eigenaar van het hotel raadt ons het Tontarn Resort and Spa aan, een kindvriendelijk resort met zwembaden en een kleine dierentuin. Door de naam alleen al rijden we vol verwachting naar het complex. Maar, wanneer we op de parking rijden, moeten we toch wel hard lachen en krijgen we een Harry Malter gevoel. De muffe geur van het artificiële opgeblazen zwembadencomplex komt ons tegemoet en de luchtkastelen zijn zo stevig opgeblazen dat we halverwege de glijbaan op de bodem botsen. Door de boxen klinkt het luidschallende – op repeat – live concert van Elton John. Het deert de kinderen echter allemaal niet en die amuseren zich rot. Dit is hier het Rozebroeken-complex voor de locals, want in de late namiddag worden we vergezeld door een groep lokale schoolkinderen. Wij slaan ze allemaal gade hoe ze van de glijbaan gaan en er ook met een pijnlijke poep terug van zien komen. Veilig is het toch allemaal niet en zeer gedateerd, maar we hebben ons wel kostelijk geamuseerd.

Op de terugweg stoppen we nog op de hoofdweg om wat street food te eten. Saar kan er maar niet genoeg van krijgen en eet haar buikje vol: een satéke, een sauciske, banaantje,…

Dinsdag 19 maart 2019 

De reis zit er al weer op want de auto moet weer afgeleverd worden en het vliegtuig vliegt ons vandaag van Surat Thani naar Bankgkok. Tuur vraagt zich af of hij vandaag al zijn “lange mouwen broek” moet aandoen. Aangezien we nog niet naar België terugvliegen, mogen onze warme kleren nog eventjes in de valies blijven zitten. Met de vlucht van Air Asia staan we al na een goed uur vliegen in de hoofdstad Bangkok. Dit keer komen we aan op de nationale luchthaven Don Muang en ons hotel voor de nacht ligt helemaal aan de andere kant van de stad bij de internationale luchthaven Suvarnabhumi. Gepakt en gezakt gaan we gezwind op zoek hoe we aan de andere kant van de stad kunnen geraken. Na even zoeken vinden we een shuttle dienst die gratis tussen de 2 luchthavens rijdt. Het kan niet makkelijker zijn! Vanuit de luchthaven nemen we een taxi naar ons, dankzij een reisagentenkorting, het poepchic golfresort hotel “Le Meridien”. Om het hotel te bereiken moet je echter door een hele arme wijk, waar je dan via een slagboom terecht komt in een ommuurde wereld van luxe, infinity pool en golfterreinen. Het contrast kan niet groter zijn en voelen ons er eigenlijk een beetje ongemakkelijk bij. We duiken toch nog even het zwembad in om dan een onderbroken nacht in te gaan.

Woensdag 20 maart 2019 

Tijdens de nacht kunnen David en ik niet slapen en alsof we het gevoeld hadden dat er iets aan de hand was, zien we allebei een email binnenkomen van Air France met de melding dat onze vlucht vertraagd is. Een volgend bericht meldt ons dan ook nog dat we daardoor onze aansluiting in Parijs voor de TGV zullen missen en we de volgende dag onze trein kunnen hebben. We laten het niet aan ons hart komen en na een heerlijk ontbijt rijden we terug naar de luchthaven voor een 13 uur durende vlucht richting Parijs. We komen doodop aan in Parijs en komt het ons goed uit dat we op kosten van Air France nog een extra nachtje op hotel kunnen. Op die manier kunnen we iets uitgeruster de TGV nemen naar  “home sweet home”.