Woensdag 14 maart 2012

Vandaag is onze eerste zorg, het vinden van een garage. Jaja, het is niet omdat we een huurwagen hebben dat er geen mankementen voor kunnen komen. Gelukkig is het niet zo erg want het is maar een platte band. Na een snelle vervanging gisteren met de reserveband waren we dankzij David al snel gedepaneerd, maar aangezien we van plan zijn om een weg te doen in ‘the middle of nowhere’ kunnen we die toch beter laten repareren. We waren al in vrees dat de garagist dit uiteraard niet onmiddellijk ging kunnen doen en we misschien wel weer ergens vast zouden zitten, maar nee hoor, we hebben geluk. Het gaatje wordt direct gedetecteerd en een half uur later rijden we geheel op de kosten van de garage terug weg. Wat een luxe!

Om van Taumarui naar Stratford te geraken, kan je over de ‘Forgotten World Highway’ rijden. De naam alleen al maakt ons opnieuw enthousiast. Net zoals in Australië kiezen we graag de meer afgelegen wegen met zo weinig mogelijk tegenliggers. Deze keer is het een 150 kilometer lange verlaten weg waar je best eerst op voorhand jouw benzinetank vult, want onderweg zijn er geen tankstations te bespeuren. We rijden door prachtige, met de nadruk op GROENE, heuvellandschappen met veel schapenweiden. We vragen ons telkens af hoe die schapen op die heuvels kunnen blijven staan, want soms is het echt wel steil. Wanneer we even stoppen om een foto te maken van een grote kudde, spreekt de schapenherder ons aan. Hij vraagt waar we van afkomstig zijn en of we ooit al eens een schapenschering gezien hebben. We nemen zijn uitnodiging maar al wat graag aan en een beetje later staan we in een stal naar het hele gebeuren te kijken. Wow zeg, wat een zwaar werk lijkt ons dat. De herder beschikt over 4000 schapen en wanneer die geschoren moeten worden, doen ze er in 1 keer 1500 per dag. De muziek staat loeihard met R&B-muziek, om het eentonige werk wat aangenamer te maken of om productiever te werken. Het doet precies wel zijn werk want het zweet loopt van het lijf van de schapenscheerders, wol-vegers en wol-inpakkers. Nadat we het zo wat gezien hebben bedanken we de herder hartelijk voor zijn ontvangst en rijden opnieuw verder.

De volgende bezienswaardigheid op deze weg is de republiek Whangamomona. Het moet echt 1 van de kleinste republieken ter wereld zijn met zo’n 170 inwoners. Na wat strubbelingen met de regering die hun dorp bij een andere provincie wou voegen, hebben de inwoners dan maar hun onafhankelijkheid uitgeroepen. Er wordt gezegd dat de echte onderliggende reden wel eens zou kunnen zijn dat de plaatselijke rugbyclub dan ineens zou moeten gaan spelen voor een rivaal rugby team. Wat doet een mens dan maar, een republiek starten. Nu wordt om de 2jaar ‘republic day’ gevierd, wat duizenden geïnteresseerden lokt. Als je deze dag wilt meevieren, moet je over een geldig visum beschikken dat je kan aanvragen in het plaatselijke hotel. Je kan ook je pasport laten afstempelen met een stempel van de republiek. We betalen maar wat graag 1 dollar hiervoor en zijn nu de trotse bezitters van een stempel van een ‘land’ waar we nog nooit van gehoord hadden. Hopelijk mogen we nu wel nog de rivaalstaat binnen… Een paar honderd meter uit het centrum van het dorpje zegt een bord ons vaarwel en heet ons opnieuw welkom in Nieuw-Zeeland, toch rare kiwi’s hier hoor…

We leggen de rest van de weg af en komen uiteindelijk aan in het stadje Stratford. Deze naam klinkt misschien bekender in de oren als Stratfort-on-Avon, de geboortestad van Shakespeare, waarop het gebaseerd is. Heel veel straten hebben hier de namen van personages uit de toneelstukken van Shakespeare. Zo heb je de Romeo en Juliet street, alsook de minder bekende Cordelia en Portia straat. We blijven hier slapen in het plaatselijke caravanpark, waar we hopen een zicht te hebben op de attractie van deze streek, namelijk Mount Taranaki. Helaas is er deze avond veel te veel bewolking, waardoor hij zich niet laat zien. Morgen misschien meer geluk…

Donderdag 15 maart 2012

‘s Morgens staat David al de horizon af te speuren op zoek naar Mount Taranaki. En jawel hoor, hij staat mooi te blinken in de ochtendzon, helemaal alleen, zonder andere bergen of vulkanen in de buurt. Volgens de Maori legende behoorde deze berg vroeger tot de vulkanen in het midden van het land. Hij en Ngauruhoe (ofte Mount Doom) waren allebei verliefd op Pihanga, de mooie vulkaan naast het Taupomeer. Wanneer Taranaki betrapt was met Pihanga heeft Ngauruhoe hem verdreven naar het westen. Met de vele tranen van verdriet liet hij onderweg een litteken achter onder de vorm van de Wanganui Rivier. Hij staat hier nog altijd eenzaam en alleen te huilen voor zijn geliefde Pihanga, die uiteindelijk voor Ngauruhoe koos. Wanneer de berg omgeven is door wolken, zegt men dat hij nog steeds zijn tranen verbergt. Heel wat Maori geloven dat er ooit nog eens een strijd zal volgen tussen de 2 vulkanen, waardoor er weinig tot geen huizen gebouwd staan tussen de 2 vulkanen.

De berg kan je in al zijn pracht en glorie bewonderen vanuit verschillende uitzichtpunten. We rijden eerst tot het visitor centre van het Mount Egmont National Park. Toen Captain Cook hier aankwam gaf hij de berg de naam Mount Egmont en kreeg het nationaal park bijgevolg ook deze naam mee. Gelukkig hebben ze hier later de berg zijn (volgens ons beter klinkende) oorspronkelijke Maori-naam van Mount Taranaki teruggegeven, maar het nationaal park onderging helaas geen naamsverandering. De logica is weer ver te zoeken…

Aan het visitor centre gaan we naar het uitzichtpunt voor een goed overzicht van de berg, maar we zijn te dichtbij om een deftige foto te kunnen nemen. Deze plek is natuurlijk bedoeld als startplaats voor de vele mensen die de beklimming willen doen of een meerdaagse trektocht rond de berg. We hadden graag de plaats opgezocht waar de cover-foto van de Lonely Planet getrokken werd, maar deze keer moeten we hiervoor passen aangezien je een 2-daagse trekttocht moet doen waar wij nu geen zin in hebben 🙂 Hadden we nu maar een andere editie van deze reisgids met een misschien gemakkelijkere coverfoto om te zoeken…

Een volgende stop maken we aan het Mangamahoe meer waar we een prachtig zicht krijgen over de berg in de verte. In dit sympathiek park profiteren we er ook nog van om van ‘een picnic with a nice view’ te genieten. In de namiddag doen we nog de Tour de Taranaki, wat inhoudt dat we gewoon via de weg een rondje rond de berg rijden. Zo krijgen we hem te zien vanuit alle windrichtingen: bij de ene bocht zit hij helemaal weg in de wolken, maar bij de volgende bocht heb je dan weer een wolkenloos zicht.

We rijden die avond nog door tot in Wanganui, waar we op een sympathieke camping inchecken.

Vrijdag 16maart 2012

Vandaag rijden we nog een goed stuk door tot in Wellington, waar we pas in de late namiddag aankomen. De zon schijnt al de hele dag en we zitten al het grootste deel van de dag in de auto. We besluiten om de stad niet meer in te gaan, maar om lekker te genieten van het mooie namiddagzonnetje op ons eigenste terrasje op de camping.

Zaterdag 17 maart 2012

Deze ochtend hebben we nog eventjes tijd alvorens we de ferry nemen richting Picton op het Zuidereiland. We rijden naar de stad en nemen een kijkje aan de Beehive (de bijenkorf), oftewel het parlement. Na dit korte bezoek rijden we nog snel door naar het Te Papa museum, waar we maar een goed uur kunnen rondlopen. Het is echt spijtig dat we niet meer tijd hadden, want het is echt een superinteressant museum. We kiezen er het meest interessante onderdeel uit en bekijken hoe Nieuw-Zeeland ontstaan is. Het gaat vooral over de afsplitsing van Gondwana door de verschillende platen en hoe het land, de bergen en vulkanen zich gevormd hebben. We komen er te weten dat de ‘Ring Of Fires’ dwars door Nieuw-Zeeland passeert en dat Christchurch elk jaar 25 millimeter zuidelijker schuift ten opzicht van de rest van het zuidereiland. Het is een heel interactief museum, waarbij je onder andere via een computerspelletje kan te weten komen hoe je je huis beter kan beschermen tegen aardbevingen. Er staat ook een huisje waar je kan in gaan staan om aan den lijve te ondervinden hoe een aardbeving aanvoelt. Een koppel afkomstig uit Christchurch zegt: We don’t need to go in there, we live in Christchurch, we feel it everyday.

Jammer genoeg is het uurtje zo snel voorbij dat we het spijtig vinden dat we al moeten vertrekken. Wie had vroeger kunnen denken dat we nu om meer tijd gingen smeken voor een museum? We zullen dan nog maar eens moeten terugkomen zeker? We zijn nog niet eens thuis en alweer aan het dromen…

We nemen onze campervan en rijden richting de haven waar we inschepen op de Bluebridge die ons naar de andere kant van Nieuw-Zeeland zal brengen. Zuid-eiland, here we come!