Zaterdag 24 december 2011

De hele nacht maken we de 10 uur lange oversteek naar Tasmanië en komen om 7uur ‘s morgens aan in Devonport. Wegens ons beperkt budget hadden we het goedkoopste tarief genomen, de ‘Ocean Recliner Seats’. Niet tegenstaande de zetels goed achteruit kunnen, hebben we toch niet zo goed kunnen slapen waardoor we een beetje kapot aankomen. Het gevolg is dat een siësta’ke zich dan ook opdringt in de namiddag.

Maar eerst doen we nog onze inkopen voor het kerstdiner van deze avond aangezien we op de ferry niks van verse groenten, fruit, vlees en andere ziekte-overbrengers mochten meenemen. Het eiland is al goed gespaard gebleven van allerlei ziektes en dit willen ze blijkbaar zo houden, want we moeten 2 keer door een quarantaine-check (1 keer in Melbourne, 1 keer in Devonport). Blijkbaar zijn we niet de enigen die nog wat inkopen doen voor het kerstdiner, want het is een drukte van jewelste in de supermarkt.

We brengen nog een bezoek aan het visitor centre en rijden dan op ons gemak richting Scottsdale. We hadden ons laten vertellen in het visitor centre dat de weg naar Scottsdale heel mooi is, en zo krijgen we direkt een eerste indruk van Tasmanië. Heel groen, heuvelachtig, veel boerderijtjes, veel water en riviertjes en een onstabiel klimaat.

Tegen de avond komen we aan in Scottsdale en willen hier graag nog eens tanken. De meeste tankstations zijn al gesloten, maar gelukkig vinden we er nog eentje die vandaag overuren doet. We hadden een beetje schrik dat met die feestdagen alles zou dichtzijn morgen en overmorgen, waardoor we toch blij zijn dat ons bakske zijn vitamientjes vandaag nog kan krijgen.

We vragen nog even de weg naar de kampeerplaats aan een inwoner van Scottsdale en komen zo terecht op een supermooi parkje met een vijvertje en douches! Hoe leuk om hier kerstavond te vieren. Wanneer we uit de douche komen, spreekt een Finse jongen ons aan dat er een man naar ons op zoek was. Huh? Dit was die kerel aan wie we de weg hadden gevraagd en hij vond het een beetje zielig dat wij kerstavond moesten vieren op een rest area. Een paar minuutjes later komt hij terug met 2 flessen wijn, een 5tal glazen en kletsen we gezellig de avond in. Die man had zijn familie al op bezoek gehad in de namiddag en hij had toch niets gepland voor de avond, dus vond hij deze goeie daad meer dan gepast. Bruce, zo heet hij, blijkt een enorme fan te zijn van schone auto’s (hij heeft zelf in zijn leven al 8 Porsches gehad, hallo kroket) en alles wat met gastronomie te maken heeft. Hij heeft dan ook al heel Europa afgereisd om er autorally’s te rijden en zijn maag vol te eten. Toch ongelooflijk hoe sympathiek de mensen hier zijn.

Onze eigen gekochte Jacob’s Creek blijft dan maar koel in ons frigoboxke zitten aangezien de wijntjes al snel naar ons hoofd stijgen.

Zondag 25 december 2011

Voor het Finse koppel zat hun reis in Tasmanië er al op en konden ons dus nog een aantal tips geven wat we zeker moeten doen. Waterhouse Conservation Area stond eerst niet op ons programma, maar changement de plan dan maar weer, richting Noorden van Tassie. De stranden dat de Finnen zo mooi vonden, vallen voor ons tegen, maar dat kan ook te maken hebben met de dichte mist die er hing. We rijden dan maar verder naar het Mount William National Park, maar hier ook geen grote bewonderenswaardige zichten behalve dan die lieve kleine wombat die een beetje triest is, omdat zijn mama net is omvergereden. (nee, niet door ons!)

Wanneer we bij Policemans Point aankomen is het wel prijs. De zon komt opeens piepen door de wolken en we zien een mooi strand met in de verte een paar pelikanen. Hier genieten we van een wandeling op het strand in de late namiddag zon. Nu ja, we moeten wel oppassen waar we stappen, want het strand ligt vol kwallen…

‘s avonds zoeken we een plekje op 1 van de overbevolkte campings van Bay of Fires. Het is duidelijk hoog seizoen en blijkbaar doen de Tasmaniërs niets liever dan kamperen, een hele zomer lang. We hebben gelukkig niet veel plaats nodig met onze auto/bed, dus we wringen ons gewoon tussen al de kamperende gezellige drukte.

Maandag 26 december 2011

De zon schijnt dat het geen naam heeft en net op het moment dat we in Bay of Fires zijn. Deze plek is ooit bekroond als 2de mooiste strand ter wereld. We gaan snel een kijkje nemen en niet veel later zitten we in het water! Waaw, het is inderdaad een magisch mooie plek, met zijn vuurrode rotsen, turqoisekleurige zee en zwemlagunes. Jammer dat het water nog zo koud is, maar met dit warm weertje zijn we zo weer opgewarmd. zaaaalig. Je zou logscherwijs denken dat Bay of Fires zijn naam te danken heeft aan die rode rotsen, maar deze naam komt van de schepen die hier passeerden en overal vuren zagen van de Aboriginals (voila misverstand uitgeklaard). Voor ons komt dit strand dan meteen bovenaan ons favorietenlijstje.

Tegen de middag, op weg naar Bicheno, krijgen we ineens weer donkere wolken te zien, met niet veel later een stortregen en een hagelbui tot gevolg. Wow, en zeggen dat we deze morgen nog in ons zwemgerief op het strand lagen. Zo is ineens de uitspraak bevestigd dat ze hier vaak 4 seizoenen in 1 dag hebben, met de zon, regen, sneeuw en hagel. Sneeuw enkel in de winter wel te verstaan.

Dinsdag 27 december 2011

We worden wakker op de kampeerplek van Friendly Beach in het Freycinet National Park. Dit park is voornamelijk gekend voor het prachtige zicht op Wineglass Bay. De baai geeft zich wel niet zomaar prijs, want je moet er eerst een stevige wandeling voor over hebben naar de lookout. Aan het uitkijkpunt is het file aanschuiven om een foto te kunnen nemen van het prachtige uitzicht. Is het nu de vorm van de baai of het heldere water van de baai waar de naam van Wineglass Bay vandaan komt, geen kat die het eigenlijk weet.

Anderhalf uur later staan we terug op de overvolle parking en maken nog een stop aan Cape Tourville, alvorens we op Sleepy Bay een kleine siësta houden. What’s in a name, niewaar?