Maandag 14 november 2011

Deze ochtend staan we vroeg op vanop de rest aerea om de auto naar de garage te brengen. Nu ons bakske – dat ondertussen hier en daar een onbekend geluidje heeft bijgekregen 🙁 – de 10 000 km heeft gehaald, moet hij ne keer onderhouden worden, niewaar? We geven de auto binnen en alles verloopt supervlot deze keer. Na een paar uurtjes krijgen we een sms dat de auto klaar is en we hem terug kunnen ophalen. Tot onze grote verbazing vertellen ze ons dat er iets scheelt met de ‘rock cover gaskets’, net datgene wat we laten maken hebben in Kununurra (weet je nog? waar we een extra overnachting in een hotel aan ons been hadden omdat ze daar 2 dagen nodig hadden om het olielek te dichten? de prutsers…). We kunnen het bijna niet geloven dat hier iets mis mee is en beginnen een beetje te denken dat de garagisten hier maar wat mankementen uit hun mouw schudden zodat je bij hen zou terugkeren. Misschien teveel concurrentie?? Nu ja, we laten het niet aan ons hart komen, bedanken de garagist en zetten de weg verder.
We besluiten ook vanaf nu heel lief te zijn tegen de auto, met aaikes en liefkozingen 🙂 zodat hij ons hopelijk nog tot de eindbestemming wil brengen zonder brokken. (stel dat de garagisten hier toch niet aan het zwanzen zijn…)

We rijden verder tot in Busselton om daar de beste attractie van Zuidwest-Australië (volgens de brochure toch) te gaan bekijken. Het is de 146 jaar oude, 1,9 km lange Busselton Jetty (een pier dus). We begrijpen trouwens niet waarom de Australiërs de ene keer het woord Pier gebruiken en de andere keer een Jetty. Misschien weten jullie het wel? Zoals het echte toeristen betaamd, stappen we de volledige pier af om dan gewoon terug te keren. Om de weg toch een beetje boeiend te maken, stoppen we hier en daar eens bij een groepje vissers, rusten we op een bankje of doen we een beetje dom door op de sporen te gaan liggen. Sporen?? Jawel, de attractie is hier al lekker uitgebuit waarbij je, voor de minder sportievelingen onder ons, een treintje kan nemen tot het einde en terug. Kostprijs: 11 AUD pp. Hallo zeg, dan toch liever een schoon wandelingske op de pier.

De zon is ondertussen al aan het zakken, dus het wordt tijd om een kampeerplaatsje te zoeken. Overal waar we komen zien we borden staan dat je absoluut niet mag overnachten in een tent of in de auto. Lap zeg! We parkeren ons dan maar ‘ssht illegaal’ op een plekje in Eagle Bay, waar hopelijk ons niemand kan zien en gaan zo een spannende nacht in.

Dinsdag 15 november 2011

We hadden de wekker heel vroeg gezet zodat we snel snel weg konden uit dit illegaal kampeerplekje. Oef, niemand heeft ons gezien, dus we kunnen weer verder. Aangezien we nog niet ontbeten hadden door het snelle vertrek, zoeken we een leuk ontbijtplekje uit. Hier is dat echter niet moeilijk om een supermooie lokatie te vinden, want het is hier allemaal prachtig langs de ruwe rotskust. Met een uitzicht op grote golven laten we het ons smaken.

We gaan de komende dagen de ‘cape to cape’ trek doen, deze begint aan de Cape Naturaliste in het noorden en gaat zo 140km langs de kust naar het zuiden tot in Cape Leeuwin. Je kan deze weg te voet doen, verkozen tot 1 van de 10 mooiste wandelroutes in Australië, maar wij kiezen toch de minder vermoeiende versie en doen dit met onze wagen via de Caves Road.

De eerste stop die we maken is aan het Naturaliste Light Point, een vuurtoren gelegen aan de Cape Naturaliste. We proberen via een wandeling de vuurtoren te bereiken, maar dit is precies niet mogelijk en enkel te bezoeken tegen betaling. Pech.
We rijden dan maar terug en bezoeken de Sugarloaf Rock, een rots die lijkt op een Suikerbrood, wellicht gebaseerd op die van Rio De Janeiro, want afgezien dat er geen enorm Jezusfiguur opstaat, lijkt het daar wel een klein beetje op. Iemand met veel fantasie moet die namen van die rotsen toch allemaal bedenken, want het is eigenlijk wel schitterend hoe ze allemaal een gepaste naam krijgen.
Aan deze rots krijgen we een spektakel van jewelste te zien. Enorm hoge golven komen van ver uit de zee tot ze vlak voor de kust breken. Het is niet voor niets een paradijs voor surfers hier. We geven onze ogen de kost, want wat kan de natuur toch mooi zijn, en zetten dan onze weg verder richting Smith Beach. Daar aangekomen krijgen we terug het zicht te zien van hoge golven die breken op de rotskust. Het lijkt ons maar niet te vervelen, want hoe langer hoe spectaculairder we het vinden. We vergelijken het breken van de golven met een vuur waar je urenlang naar kan zitten kijken. Het spectaculaire zicht wordt echter ineens verstoord door een man die het woord ‘cape naturaliste’ nogal letterlijk neemt en plots voor onze ogen in zijn blootje de golven trotseert, de zot!
De Canal Rocks zijn de volgende rotsen op ons programma, naar het schijnt 1 van de mooiere plekjes langs deze kuststrook. Hier heeft de wilde zee in de loop van de tijd natuurlijke kanalen uitgegraven in de rotsen. Aja, wat had je anders verwacht bij het woord ‘Canal Rocks’… Je kan er over een brugje lopen, wat het een romantische toets geeft, allee voor mij dan toch. Vanop het brugje zien we hoe de zee bij elke minuut wilder wordt en met veel geweld tegen de rotsen aanbotst en over de rotsen heen spettert, met een luide plof als gevolg.

Genoeg ‘gegolfd’, dus nemen we de Caves Road, richting Margaret River. Onderweg komen we heel veel wijngaarden tegen en hoewel het kriebelt om eens een wijnproeverij te doen, besluiten we deze uitstap te behouden voor een bezoek later op onze reis aan ‘Jacobs Creek’, onze favoriete Australische schuimwijn. In Margaret River bezoeken we niets buiten de supermarkt en zetten onze rit verder. We nemen de afslag richting Red Gate om toch nog een allerlaatste keer te genieten van de spectaculaire golven.

We dopen deze dag dan maar toepasselijk om tot ‘golfdag’ en kruipen moe ‘gegolfd’ in ons autobed op een echte legale camping.

Woensdag 16 november 2011

Na een zalige nachtrust op onze camping tenmidden van de bossen, zetten we onze weg verder om het laatste stukje van de kaap naar kaap route te doen. We rijden door het dichte Boranup bos waar de Karri bomen hoog boven ons uitrijzen. Deze soort bomen kunnen wel tot 90 meter hoog worden, waardoor ze tot 1 van de hoogste bomen ter wereld gerekend kunnen worden. De bloemen langs de weg zijn ook enorm fascinerend met hun rode, witte, blauwe, paarse en nog zoveel mooie kleurtjes. We laten de bossen achter ons en rijden opnieuw langs de kust.

Langs de rit stoppen we langs Hamelin Bay om dan verder via het stadje Augusta te rijden richting eindstreep van de Cape to Cape route, namelijk Cape Leeuwin. Aan deze kaap komen de Indische Oceaan en de Zuid Oceaan tesamen en net op dat punt hebben ze een mooie witte vuurtoren geplaatst. We besluiten dat we allebei enorm veel genoten hebben van deze route doorheen het Leeuwin Naturaliste Nationaal park en deze komt dan ook op ons lijstje van ‘zeker de moeite waard’.