Zaterdag 10 december 2011

Na een goeie nacht op de rest area, hadden we gehoopt dat de batterij van de auto weer zou aanslaan gelijk niets, maar dat was helaas niet het geval. Vooraleer we iedereen optrommelen om ons te helpen met de auto in gang te duwen, slaan we nog een gezellig praatje. Dit is eigenlijk 1 van de eerste keren dat iedereen ineens met elkaar begint te babbelen op een rustbaai, zomaar langs de kant van de weg. Er is een Zwitsers koppel, een Australisch koppel (de Grey Nomads, uitleg zie onderaan (*) ) en toeval of niet er zit ook een echte Belg bij! Nico, hij is van Beringen en reist Australië rond met de fiets. We praten een beetje over koetjes en kalfjes tot het moment aangebroken is om de auto in gang te duwen. Na een paar seconden schiet die met veel gemak in gang. De Australische mevrouw zegt ook ineens tegen ons, jullie uitlaat maakt teveel lawaai, de politie zal jullie aan de weg zetten, hoor. We lachen eens, nemen afscheid en weg zijn we, om hopelijk niet weer ergens te moeten remmen gelijk zot en weer stil te vallen midden op de weg 🙁

Wanneer we in Port Augusta aankomen, zien we een verkeersbord: ‘Avoid Using Noisy Exhaust Brakes in Urban Areas’. Ohoh, die mevrouw had dit dus niet gezegd zomaar om te lachen. We stoppen eerst aan een garage voor onze batterij. De vriendelijke meneer test ze met veel plezier uit en zegt: “Sorry guys, it’s crooked”, dus zoals we verwacht hadden, zit er niets anders op dan een nieuwe batterij te laten steken. Zo gezegd, zo gedaan en hopsakee, we kunnen weer vooruit, tis te zeggen, een paar meter verder om iemand naar onze uitlaat te laten kijken. Het is ons hier al opgevallen dat elke garagist zo zijn specialiteit heeft, de ene doet in banden, de andere enkel uitlaten, anderen dan weer reparatie van den elektriek in den auto,… Zelden of niet hebben we al een garagist gevonden die het “all-in-1” doet. De uitlaatspecialist rammelt ne keer aan de uitlaat, schat een uurke werk en hij kan het vandaag nog doen. Waaw, wat een luxe, we zijn het niet meer gewoon dat alles zo vlot gaat en dat op een zaterdag. Tijdens het uurtje dat we hebben, zetten we ons tentje op in het caravanpark – waar we terug vlotjes 50% reisagentenkorting gekregen hebben – en zo zijn we klaar voor een weekendje nietsdoen te ‘Port Augusta’.

De reparatie aan de uitlaat is sneller klaar dan verwacht, komt dat tegen! Wanneer we de auto starten, moeten we ons raampje naar beneden doen om te horen of de auto echt gestart is, wat een verschil met vroeger. Bij het wegrijden laat David de motor eens goed brullen, het is dan ook de eerste keer dat we onze V6-motor eens deftig horen, zaaaaalig. We vinden allebei dat het de beste 125 dollar is die we al gespendeerd hebben om iets aan de wagen te repareren.

Zondag 11 december 2011

Het is zondag, dus rustdag. We hebben nu eens werkelijk niets gedaan vandaag en we vinden dat dit ook wel eens mag, neh!

Maandag 12 december 2011

Gedaan met ‘nietsdoen’, dus rijden we van Port Augusta richting Adelaide. Maar daar zijn we nog lang niet, want we nemen – uiteraard – alweer de toeristische omweg.
De eerste afslag nemen we richting ‘Hancock Lookout’, waar we een mooi zicht krijgen over Port Augusta en haar bijhorende omgeving. We zien dat je daar kan overnachten. Het lijkt ons een superplekje om te kamperen, maar niet voor ons, want wij moeten de baan terug op. Hij brengt ons voorbij prachtige vergezichten met rondom ons graanvelden. Af en toe passeren we ook een klein dorpje en volgens ons hebben we de criteria gevonden wanneer je over een ‘dorp’ mag spreken. Je vindt er namelijk altijd het volgende: Een parkske vaak met een speelplein, openbare toiletten, een informatiebord en 1 straat, voila. Wat later maken de graanvelden plaats voor druivelaars en is het onmiddellijk duidelijk dat we terug in een wijnstreek komen, de Clare Vallei. Als je hier aan elke wijnkelder moet gaan stoppen onderweg, dan ben je tegen het einde van de dag helemaal ‘teut’. Wij houden het bij het genieten van de omgeving en vlak voor Tarlee stoppen we aan een rest area om daar de nacht door te brengen.

Dinsdag 13 december 2011

Terwijl we ons ontbijtje aan het eten zijn, zien we ineens een fietser oprijden. Hij zegt vriendelijk goeiedag, euh, die kent ons precies. Maar ja, het is Nico, de sympathieke Limburger die we eerder eens zijn tegengekomen een paar dagen geleden. Hij heeft ons ingehaald met de fiets, das straf!

Vandaag staat de Barossa Valei op het programma, dus informeren we in het stadje Gawler naar de mogelijkheden om een selfdrive te maken. Deze vallei is 1 van de bekendste wijnstreken in Australië met zijn fameus bekende Jacobs Creek. We ‘cruisen’ op het gemak, en zonder te veel lawaai, door de wijngaarden tot we aan Jacobs Creek komen. Het is eraan te zien dat deze heel veel wijn produceert, want de wijnvelden zijn enorm in vergelijking met de andere kleinere die we hier zien. Hier moeten we toch even stoppen, niewaar, dus proeven we naar hartelust de wijntjes die ze ons daar GRATIS voorschotelen. Beetje te zoet, beetje te droog, te weinig bubbels,… tot we een perfecte smaak in onze mond hebben. Ik verdiep me in de schuimwijnen en onze buurman aan de toog vraagt ineens zo serieus: ‘choosing for your wedding??’ haha. Wel plezant, maar het stijgt toch rap naar ons koppeke, na zoveel dagen van droog gestaan te hebben 🙂 De prijzen die ze hier aan de wijnen koppelen zijn niet echt democratisch, waardoor we het plan om hier wat voorraad in te slaan voor de feestdagen, laten varen. We moeten het tenslotte ook allemaal nog uitkrijgen he.

We hebben ook nog goed nieuws gekregen vandaag. We waren van plan om naar Tasmanië te gaan met de feestdagen, maar dat plan was in het water gevallen doordat er geen plaats meer was op de ferry voor onze wagen. Met de volle overtuiging dat er lastminute misschien nog wel nog een plekje zou vrijkomen voor ons, keek ik vol ongeduld elke dag de website van de ‘Spirit Of Tasmania’ na. Het moet dus lukken, maar opeens zagen we plaats vrij om te vertrekken op 23december! HOHOHO, boeken die handel en zo hebben we nu een excursie van een 2tal weekjes Tasmanië erbij, jipie.

Onze slaapplaats vanavond bevindt zich in Lobethal. Klinkt niet bekend in de oren? Nu ja, dat kunnen we geloven. Dit is een piepklein dorpje dat op de kaart is gezet wegens zijn ‘lights of Lobethal’ festival. Wat wellicht begonnen is als een Amerikaanse grap, is uitgegroeid tot een festiviteit waar het hele dorp aan deelneemt. Iedereen versiert zijn huis om ter meest met kerstversiering en vele lichtjes, tikkeltje erover van tijd. Je kan zelfs de ‘scenic route’, hoe kan het ook anders, volgen doorheen het dorp. Dit gaat gepaard met de plaatselijke kerstmarkt met zelfgemaakte koekjes, donuts en andere hebbedingetjes.

Met de jingle bells in ons hoofd, slapen we deze keer gratis en voor niets aan de plaatselijke oval. En nee, deze keer niet illegaal, want de chef van het dorp (die we toevallig ontmoet hebben) heeft gezegd dat het mocht 🙂

 

(*) De Grey Nomads zijn de Australiërs die al op leeftijd zijn, meestal zijn de kinderen juist de deur uit, en dan ineens beslissen ze om hun huis te verkopen. Dit vervangen ze dan door een caravan of mobilhome en zo reizen ze hun eigen land rond.